Een interview over soefisme…

 Vrijwel direct na binnenkomst in zijn fraaie huis ‘De Bronhoeve’ kwam er al een bevlogen stuk levensverhaal los. Ik vroeg Felix of ik meteen de recorder maar aan zou zetten. Voorafgaand aan het interview had ik hem wat vragen gestuurd, maar het gesprek ontspon zich spontaan en zo kwamen de meeste vragen als vanzelf aan de orde.

De naam: Felix Erkelens is gemakkelijk te vinden op het internet. Ik vond een rijkdom aan levenservaring.

De Sufi Way is een hedendaagse voortzetting van een eeuwenoud spiritueel pad. En een van de vele vormen waarin de inspiratie van Hazrat Inayat Khan zijn vervolg kreeg.

Er kwam een zin bovendrijven op zijn site: ‘Soefisme is een rode draad in mijn leven.’ 

Wil je hier iets meer over vertellen? 

 “In 1977 ontmoette ik Pir-o-murshid Fazal Inayat Khan, zoon van Murshid Hidayat. Mijn broer had in Katwijk een zomerschool gevolgd en hij wist dat ik geïnteresseerd was in de uitgeverswereld en in Katwijk werd door Fazal uitgeverij Servire nieuw leven in geblazen. Ik heb er een stage aangevraagd en ben er gebleven. Door het werk in uitgeverij Servire, maar zeker door zijn spirituele leiderschap heb ik Fazal diepgaand leren kennen en liefhebben. Hij had in Engeland al meerdere bedrijven opgezet om zijn mureeds te stimuleren het gewone werkende leven op te pakken. In die tijd waren er nogal wat drop-outs en Fazal zag in het ‘gewone leven’ de ware leerschool. Er was o.a. een uitgeverij, Momenta Publishing, waar vanuit wetenschappelijke boeken van internationale uitgeverijen door mureeds werden vertegenwoordigd naar grote universiteitsboekhandels in de universiteitssteden van Europa. Uitgeverij Servire was al in 1921 opgericht door Carolus Verhulst en hij gaf ook enkele vertalingen van de boeken van Inayat Khan uit. Toen Fazal ook in Nederland zocht naar een werkplek voor zijn mureeds heeft er een gedeeltelijke overname van Servire plaats gevonden. Servire (dienen) verhuisde zo van Wassenaar naar Katwijk. Vanuit een woonhuis aldaar werd kantoor gehouden en werden er ook weer buitenlandse uitgeverijen opgezet.”

Raakte je betrokken bij de uitgeverij of bij het soefisme?

“Als student, maar ook al daarvoor, was ik enorm zoekende en ik probeerde van alles uit om mijn innerlijke verwarring en onzekerheid op te lossen. Ik raakte o.a. betrokken bij studentendiensten op oecumenische grondslag. Maar ik vond nooit echt een spiritueel thuis. En dat vond ik wel onmiddellijk toen ik in Katwijk kwam. Ik kon in Fazal ook vrijwel direct mijn spirituele leraar herkennen. Voor de uitgeverij kwam ik als geroepen. Omdat er in die tijd veel buitenlandse mureeds zich rond Fazal hadden verzameld was er eigenlijk niemand die goed de Nederlandse taal beheerste. Ik had Nederlands gestudeerd en zo werd ik in eerste instantie redacteur. Ik kwam in Katwijk ‘thuis’ niet alleen wat mijn werk betreft, maar ik kwam ook spiritueel thuis. Het was een klik van de eerste orde!”

Hoe zie je deze klik en de opmerking van geroepen worden? Is dit dan op enigerlei wijze gestuurd?

“Ik geloof in magnetisme. Als eerste al dat wij als indalende ‘magnetische’ zielen in velden terecht komen die bij ons passen op zieleniveau. Maar dat zet zich voort in ons leven en zo vond ik die dynamische spirituele gemeenschap - nota bene in Katwijk. Voor mij brak er een helingsperiode aan. In mijn biografie zitten elementen waardoor het goed te begrijpen valt dat ik zocht naar zelfinzicht en heling. Dat heling ook werkelijk kan plaatsvinden heeft een enorme impact op me gehad. Dit is een ware impuls geworden voor de rest van mijn leven om mensen bij te staan door bewustzijnsverruimende informatie, maar ook in direct contact door middel van coaching van echtparen en groepswerk. Dat er voor mensen met diepe trauma’s of depressiviteit toch een weg van heling bestaat, ervaar ik als een zegen.

Zo is de Katwijkse periode begonnen, die tot eind 1989 heeft geduurd Ik woonde in het begin op kamers en de laatste jaren kon ik vanaf mijn huis zowel de Universel als de zee zien – een geschenk! Toen Fazal zich weer op andere dingen ging richten en uiteindelijk naar Duitsland verhuisde gaf hij de verantwoordelijkheid voor de uitgeverij aan diverse mensen om ze op hun geschiktheid te testen. Ik kreeg steeds meer het gevoel dat ik dat zelf moest doen. Toen Fazal weer een keer in Nederland was heb ik hem geconfronteerd met het feit dat de zaken niet goed gingen. Ik stelde hem voor een dilemma: óf je maakt mij verantwoordelijk, óf ik stop er mee. Toen kwam er een typisch Fazal-antwoord: ‘Hier heb ik al lang op gewacht’. Achteraf besef ik wat hij daarmee impliceerde. Hij liet mij voelen dat ik er zelf achter moest staan. Dat ik ondanks mijn onzekerheid deze beslissing zelf moest nemen en dat het me niet gegeven kon worden door hem. Op deze manier gaan staan voor je eigen weg heeft me enorm veel gebracht en ik ben dankbaar dat Fazal de spanning heeft uitgehouden ten behoeve van mij.

Oud-minister dr. H.J. Witteveen was op de achtergrond ook betrokken bij de uitgeverij en zijn loyaliteit, zeker toen er na het vertrek van Fazal zeer moeilijke tijden aanbraken, heeft enorm veel voor mij betekend. De uitgeverij die ik onder mijn leiding van een algemene uitgeverij heb omgevormd naar een gespecialiseerde uitgeverij op het gebied van psychologie en spiritualiteit is met grote inzet, ook van anderen, gaan bloeien. Om ‘de wereld’ bewuster te maken ervoer ik als een missie. Later, toen ook grote uitgeverijen zich op de markt van geestelijke groei gingen begeven heb ik Servire verkocht aan uitgeverij Kosmos.”

Is Fazal ook jouw inwijder geweest?

“Jazeker en ook van Witteveen heb ik inwijdingen ontvangen. Ik ben een soort hybride soefi, haha! Ik ben ook als cherag (soefi priester ingewijd door Fazal en enkele jaren geleden hebben we nog in Engeland bij Peter Hawkings een aanvullende cursus gevolgd en sindsdien maken we steeds meer gebruik van het woord celebrant.”

Ik kan me voorstellen dat er twee grootheden naast elkaar hebben bestaan: een zakelijk verhouding als werknemer met Fazal en een mureedschap. Botste dat niet met elkaar?

“Fazal was een soort totaal-leraar. Zijn leraarschap vloeide in alles door. De Servire vergaderingen waren op zich al een belevenis en ze vonden vaak in de nacht plaats. Fazal was uitstekend in staat om intense situaties te creëren, bijvoorbeeld door mensen met elkaar te laten samenwerken die niet makkelijk met elkaar konden opschieten. Er heerste in de jaren ’77 -’81 een bizarre dynamiek in de soefi gemeenschap. Er was een School of Creative Leadership die geleid werd door oudere mureeds (merendeel Amerikanen) die de ‘Engeland-periode’ al hadden meegemaakt. Een briljante leerschool! Supergaaf voor een jong mens zoals ik die deze uitbreiding van kennis en ervaring echt nodig had.”

Fazal Inayat-Khan

Wat was het briljante er aan?

“De oprekking die plaatsvond.”

Verklaar dit eens nader? Wat bedoel je met oprekking?

“Ik was een gespannen en onzekere jongeman die keek naar de buitenwereld om af te tasten hoe ik zelf overkwam. Je zou het kunnen samenvatten dat ik net als Narcissus een gebrek had aan liefde voor mezelf en me daarom moest spiegelen aan de ander. Ik leefde van de positieve interactie met andere mensen. In het ‘spel’ dat Fazal telkens weer opnieuw wist te creëren, werd mijn constitutie van zelftwijfel opengebroken. Ik verruimde in zijn omgeving. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe je in één woord zou kunnen samenvatten wat Fazal bracht. Er kwamen er uiteindelijk twee: intensiteit en liefde. Hij was een enorm intens levend mens. Tijdens een groepssessie waren we ooit bezig met de vraag wat er op je grafsteen zou kunnen staan. Hij gaf toen ook zelf een antwoord: ‘he loved’. Totdat zijn definitieve steen was gegraveerd heeft er op zijn graf ook werkelijk een steen gestaan met die tekst en dat ontroerde me diep toen ik zijn graf bezocht. Hij ligt nu begraven naast zijn geliefde oom Musharraf Khan.

Deze twee begrippen, liefde en intensiteit, ontvouwden zich bij Fazal in het vermogen om ruimte te scheppen in vele opzichten en hij bezat de breedheid van geest om jouw potentie te zien en die uit te nodigen. Mensen kwamen tot zichzelf in zijn omgeving. Als iemand vanuit liefde opereert en tegelijkertijd jou echt kan zien in je potentie en je kramp, dan opent zich iets. Je wordt gezien in wie je bent. Dit is een van de grootste giften die er is voor mensen om zichzelf als het ware via de spiegel van een liefdevolle ander te herkennen in wie we werkelijk zijn. Fazal was als geen ander in staat om de potentie van iemand aan te raken en die te activeren. Dit gebeurde niet alleen door positieve stimulansen, maar zeker ook door mensen uit te dagen en ze in situaties te brengen waar ze hun eigen bronnen konden leren kennen. De subtiliteit waarmee hij dat soort situaties wist te creëren waarin jij wel moest ont-wikkelen en groeien was een proeve van waar meesterschap.”

Dit is vast niet door iedereen zo begrepen omdat hij niet altijd even tactisch overkwam, zo heb ik wel begrepen.

“Voor mij was zijn benadering hetgeen ik nodig had. Juist het prikkelende, het impliciet confronterende, daagde mij uit om mezelf aan te pakken.

De grootvader van Fazal, Hazrat Inayat Khan. Hij staat hier op het Katwijkse strand begin vorige eeuw, toen vissersboten nog vanaf het strand uitvoeren (o.a. in bomschuiten). Vissers noemden hem De Profeet.

Musharaff Khan (jongere broer van Hazrat Inayat Khan) is heel belangrijk voor Fazal geweest. Door de voorspraak van deze oom is hij geïnitieerd als Pir-o-murshid en was hij de geestelijk leider van de Soefibeweging tot hij terugtrad zodat zijn vader die positie kon overnemen. Zijn dynamische geest, de invloeden van de Amerikaanse cultuur (Fazal was als 16-jarige op de boot gestapt naar de VS met zijn 19-jarige Duitse vriendin) en zijn vrijheidszin matchte niet goed met de wat starre Soefi Beweging van die dagen. Zijn oorspronkelijkheid kon niet opbloeien in die omgeving. Hij kon zich slecht voegen daarnaar en dat gaf onbegrip en leidde tot conflicten. Tegelijkertijd was er in Engeland, Zwitserland, de VS en Nederland een grote groep mensen die in Fazal als vanzelfsprekend hun leraar konden herkennen. Daarom heeft hij zich teruggetrokken en is zijn eigen tariqa gestart.

Is toen Sufi Way ontstaan?

“Ja, hij kon weer vrij in zijn eigen veld gaan staan. Zo bestonden op een gegeven moment de Soefi Beweging, Soefi Orde en Sufi Way naast elkaar. Helemaal oké! Zo kreeg iedereen zijn eigen veld, zijn eigen creatieruimte. Wat is het mooi dat die mogelijkheden er zijn dat mensen kunnen proeven wat bij hun past, wat hun ondersteunt in hun leven. Ruhaniat is ook zo’n prachtige tak aan de boom, maar die past simpelweg niet echt bij mij. Maar er kan dus gekozen worden en aansluiting plaatsvinden. Laten we de diversiteit alsjeblieft met een brede blik blijven aanschouwen.

We maken in deze tijd een grote overgang door waarbij we een soort eindpunt van de individualisering en afscheiding beleven. En we staan op de drempel van nieuwe vormen van  samenwerking en kringvorming. Dat geldt dus ook voor spirituele bewegingen. Thich Nhat Hanh zegt bijvoorbeeld ‘The new guru may be a sangha’, de spirituele gemeenschap is nu de plek voor groei en uitwisseling en niet zozeer het zitten aan de voeten van de goeroe. De projectie van ons op een goeroe beginnen we te doorzien. Het is onze eigen goedheid die we in de goeroe leggen, het is ons eigen inzicht dat we uit de mond van de goeroe vernemen. Als we als soefi’s elkaars kringen opzoeken, uitwisselen en elkaar open bevragen komen we verder. We gaan leren van elkaar. Dit brengt in deze tijd waarin we leven net zoveel in beweging als dat eerst een spiritueel leider dit kon doen. Het thema van wie is de grote leider wordt daardoor minder beladen en interessant. Er ligt een grote kans in de Soefi ordes om op collectief niveau de weg van zelfkennis te gaan bewandelen en uit het model te stappen van geestelijke leiders die alles bepalend worden gemaakt of zijn. Elkaar innerlijk en geestelijk helpen ontwikkelen lijkt me waar we als collectiviteit nu staan.

De figuur Fazal doet sterk denken aan Michael Schouwenaar die met zijn soefi-zomerweken ook intensief aan groepswerk deed en in kringen elkaar tot grotere hoogte wisten te brengen.

“Zeker! Het soefiwerk moet levend zijn. En Michael was zo’n bevlogen man waar mensen vanzelf naartoe trokken. Het zou zonde zijn als we in de Beweging verder zouden fragmenteren. Dat is dus wat mij betreft een ‘oude’ reactie. Elk centrum brengt vanzelfsprekend eigen kleuring aan en dat is helemaal okay, maar tegelijkertijd kun je dan de verbinding blijven voelen en voeden en elkaar opzoeken in plaats van afscheiden. Afscheiden is juist dat verder willen individualiseren en dat is wat mij betreft altijd tijdelijk, want gebonden aan personen die dat voorstaan. Een kring met gelijkgestemden kan heel krachtig werken om de kern van het gedachtegoed te belichamen en in zijn essentie voort te zetten. Fazal zei regelmatig dat het soefisme in essentie gelijk kon blijven omdat het mee beweegt met de tijd.”

Praktisch gezien heb jij waarschijnlijk meer met een kringopstelling in de informele diensten dan met een universele eredienst? Klopt dat?

“Ja, hierin stralen we uit wat ik zojuist verteld heb. Maar ik kan ook enorm genieten van een mooie universele eredienst hoor. In de informele dienst dragen we meer de impuls uit van samenzijn. We kunnen ons de vraag stellen waarom er geen jongeren zijn in diensten. Het is mogelijk dat er niet een soort voortraject is om eerst tot zelfkennis te komen. Jongeren hebben die weg naar zelfkennis nodig, zoals ik dat zelf wel heb gevonden bij Fazal. Jongeren komen nu meteen terecht komt in een soort eindstadium, de spirituele weg. Jongeren hebben juist een bedding nodig waarin zij persoonlijk kunnen worden benaderd en geholpen. Alle mureeds van Fazal hadden indertijd op een of andere manier heling en zelfkennis nodig. Ik kwam in 1986 bij het ITIP (Instituut voor Toegepaste Integrale Psychologie) terecht. Dit is in essentie een levensschool. In deze opleiding krijg je rond allerlei thema’s materiaal aangeboden om tot ontwikkeling te komen en jezelf te leren kennen. En er wordt aan lichaamswerk gedaan wat essentieel is om werkelijk ‘los’ te komen van opgedane ballast. Zelfkennis is de basis voor een bevrijdingsweg die op een natuurlijke wijze overgaat in geestelijke ontwikkeling. Dat heb ik bij heel mensen kunnen waarnemen. Fazal heeft in zijn Katwijk-tijd 4 studiegroepen opgestart: voor psychologie, healing, muziek en esoterie.” Allemaal praktische ‘aarding’ van de geestelijke weg.

Valt zoiets te integreren in het soefiwerk?

“Eigenlijk wel. Maar er zijn nog te veel zaken die eerst om een oplossing of uitkristallisering vragen. De grote vraag is hoe je dit handen en voeten kunt gaan geven. Het soefi-ideaal van liefde, harmonie en schoonheid zou tot een introductie gemaakt kunnen worden van een persoonlijke benadering. Wat speelt er bij jou, waar lijd je aan, wat zijn je idealen, waar ben je naartoe aan het gaan etc.?

Helaas is er weinig waar jongeren zich bij aan kunnen sluiten. Gatha klassen etc. is allemaal een brug te ver. Soefi-centra werven niet echt. Hoe krijg je het soefi-gedachtegoed onder hun aandacht? Jongeren vinden een universele eredienst al gauw ouderwets overkomen. Informele diensten sluiten wellicht toch meer aan, maar het blijft een moeilijke opgave.”

Muziek is bij jou heel belangrijk zie ik op jouw site en beleef ik tijdens diensten met jou. Wil je hier nog iets over vertellen?

“Stel dat het mogelijk zou zijn dat Fazal even terug komt, dan zou ik hem geen vragen stellen maar samen muziek met hem willen maken. Hij was een begaafd musicus en een groot mysticus en dat klonk altijd door in zijn muzikale meditaties.

Muziek is een manier van communiceren die voorbij gaat aan de mind. Hazrat Inayat Khan heeft er veel over gesproken. Er is nu ook wetenschappelijk bewezen hoe trilling kan helen. In een heleboel tradities wordt trilling als de oorsprong van het leven gezien. Het soefisme geeft muziek ook een belangrijke plaats en ik denk dat het daarom zo bij me past. Wat nu steeds meer ontdekt wordt is dat met name de trilling die wij niet kunnen horen (ultra sound) van helende invloed kan zijn op specifieke organen. Ik geef regelmatig klankmeditaties aan groepen en individuen en doe dat met enorm veel plezier en mijn wens is om dat muzikale werken ‘voorbij het woord’ verder te verdiepen en uit te breiden.”

De laatste vraag is voor iedereen die geïnterviewd wordt: Wat is voor jou de zin van het leven?

“Het interessante aan dit leven is dat we in de eerste helft van ons leven met onszelf bezig zijn. We moeten onszelf leren kennen, onze capaciteiten leren ontplooien en een zelfbeeld opbouwen. Daarmee maken we onszelf vaardig in dit leven. Het is dus een functioneel gegeven dat we een ego opbouwen. Vervolgens gaan we op een bepaald moment merken dat het ego ons in de weg begint te staan. We merken dat er meer geestelijke vrijheid ontstaat als we juist niet meer met onszelf bezig zijn en als we ons kunnen openen voor flow, voor gewoon zijn. We komen in een open stroom terecht en voelen dat de Geest van Leiding door ons heen stroomt. Zelfkennis is essentieel voor de vanzelfsprekende harmonieuze ontwikkeling van dit proces. De spirituele ontwikkeling mondt uiteindelijk uit in het leven zelf. De woorden om ook deze fase te willen benoemen vallen langzaam weg. Er blijft niks anders meer over dan de volledige ervaring van hier en nu - voorbij alle hoedanigheden en grote woorden. Het leven als mysterie blijft over… een open veld van zijn en Zelf-expressie.”

Krishnamurti werd ook gevraagd wat de zin van het leven is: Het leven zelf, was het antwoord.

“Helemaal eens, maar dit hele leven van boeken maken, werken, vallen en opstaan is allemaal nodig geweest om tot dit inzicht te komen.”

 Een interview afgenomen door Frank van der Veer voor de Soefi-gedachte

Vorige
Vorige

Dienst De Geliefde

Volgende
Volgende

De geestelijke gemeenschap