Dualiteit en harmonie

Er bestaan sprookjes waarin ‘Hans’ (de vrijmoedige, open, hulpvaardige geest) leert hoe hij moet omgaan met de dualiteit. In het sprookje de Wondernachtegaal geeft een duif die door Hans is gered hem als dank de route naar een hof waar hij de wondernachtegaal zal vinden, maar er komen nog wat aanwijzingen bij. Hij moet de hof betreden door een poort met twee deuren waarvan er een open staat en de ander dicht. Hij moet de open deur dicht doen en de dichte open en dan naar binnen gaan. Vervolgens is er in het hof een bron met bedorven water waarvan hij moet drinken en uitroepen hoe lekker dat water wel is. Dan zal hij een wonderschone vrouw zien liggen die slaapt. Hij moet haar wakker kussen en haar dan toevoegen dat ze lelijk is. Hans krijgt in dit sprookje duidelijk het inzicht aangereikt dat de dingen niet altijd zijn wat ze lijken en dat je kunt spelen met de dualiteit en dat de dualiteit ook nog eens een illusie is.

Hans zal door zijn queeste ook kunnen gaan aanvoelen dat veel zaken in het leven op een natuurlijke wijze bewegen naar evenwicht en harmonie. In het sprookje zal de wondernachtegaal uiteindelijk gaan zingen in een door zijn vader gebouwde kerk waarin Hans zal gaan trouwen met de vrouw die hij heeft wakker gekust. Pas dan is er de gezegende combinatie van een queeste die is volbracht (bijvoorbeeld zelfkennis opdoen) liefde, harmonie en heiliging van het leven, waardoor de wondernachtegaal kan gaan zingen.
Het is in ons relatieleven buitengewoon zinvol zijn om ook het spel van de dualiteit te leren spelen. Of misschien kunnen we het beter het spel van de polariteit noemen. In dat geval doorzien we dat er twee polen zijn, maar dat ze onderdeel vormen van één geheel.

Op veel manieren speelt dit natuurlijke spel van polaire krachten een rol in ons liefdesleven. Zo kunnen we bijvoorbeeld vallen op onze geliefde omdat die een nog niet geactiveerd of onbewust deel van onze eigen psyche juist wel heeft ontwikkeld. Wij herkennen dan in de ander iets van onszelf. Een bekend voorbeeld is de wat introverte en onzekere man die verliefd wordt op een spontane en extraverte vrouw. We kennen allemaal dit soort voorbeelden wel. Ik zelf was een wat versluierde, onzekere en ‘aangepaste’ man en ik werd verliefd op een vrouw die geen blad voor de mond nam en altijd eerlijk zei wat ze vond. Ik was geneigd tot symbiose, zij was een zelfstandige vrouw.

Wat er in polaire relaties kan gebeuren is dat we deze dynamiek niet oppakken als een uitdaging om ons onderbelichte stuk te gaan activeren. Of dat we niet de kennis en zelfinzicht hebben om het proces dat gaande is te hanteren. Het gevolg daarvan kan zijn dat we ons na enige tijd juist gaan ergeren aan het gedrag van de ander. We gaan in dat geval de polen versterken en waarlijk polariseren met onze geliefde.

Nog een bijvoorbeeld om dit proces duidelijk te maken: We kunnen onszelf aangeleerd hebben om onszelf niet volledig uit te spreken en niet op de voorgrond te treden, maar ten diepste kunnen we die wens wel hebben. Onze (polaire) partner is juist heel vaardig daarin en ‘vanzelfsprekend’. Er bestaat in dat geval de kans dat we de ander gaan verwijten dat die zich in gezelschap zo irritant op de voorgrond plaatst en we zullen proberen onze eigen ‘bescheidenheid’ als het enig juiste gedrag aan te merken.

Als we deze psychische dynamieken kunnen doorzien doen we onszelf en onze geliefde een enorm plezier. We zullen dan wel echt aan de bak moeten om ondergeschoven delen van onszelf tot leven te wekken.
Ik kwam zelf beroepsmatig in groepswerk terecht waar de weg naar zelfkennis centraal stond. Toen ik dat traject als begeleider in ging heb ik een afspraak met mezelf gemaakt dat ik niet ‘aangepast’ en diplomatiek kon blijven, maar in complete eerlijkheid, directheid en openheid met mensen wilde verkeren rond hun thema’s en vragen. Dat betekende dat ik ook lastige issues moest aangaan en kunnen confronteren. Onszelf tonen in wie we werkelijk zijn is liefde en is het grootste geschenk dat we onze omgeving kunnen geven. Dus laten we onszelf dan ook niet achterhouden, ook als we lastige dingen moeten aansnijden of onszelf moeten wakker kussen om slapende delen in onszelf te activeren.

illustratie Albert Hennipman

Een meer mystieke benadering van de dualiteit in ons relatieleven en een mooie meditatietekst om mee te eindigen staat in het boekje Tot Zover van Hans Korteweg:
De tegenstelling van man en vrouw komt aan de orde in iedere wordingsgeschiedenis van de individuele mens. De grote strijd is de noodzakelijke voorbode van het heilig huwelijk. Ieder mens, of deze nu man of vrouw is, ontmoet de ander, het andere geslacht, als de ongewenste tegenstander. Slechts indien de mens de Ongewenste en het ongewenste leert te ervaren als de realiteit waarvan hij, tezamen met het totaal andere, deel uitmaakt, kan hij toetreden tot de grote broederschap van het leven. (…).

Vorige
Vorige

Het excuus van de man…

Volgende
Volgende

Overspel - onderspel