De transpersoonlijke liefdesrelatie

We leven allemaal in een eigen realiteit. Het lijkt er soms op dat we in dezelfde realiteit leven, maar dat is niet zo. Er zijn net zoveel werkelijkheden als er wezens zijn die ‘de werkelijkheid’ interpreteren.

Naast de ‘harde realiteit’, is er de transcendente realiteit. Die verwijst naar de wereld die achter de dingen ligt. Soms wordt de materiële werkelijkheid vanuit het transcendente perspectief een illusie genoemd, want alles dat bestaat vergaat ook weer en is in transitie. Dat is ook juist, maar we moeten het wel met die illusie doen. Het is ons werk-, ervarings- en expressieveld. Het is dus alle twee tegelijkertijd waar, de transcendente werkelijkheid en de werkelijkheid van de materie.

Mogelijk is de diepste, meest essentiële laag van realiteitsbeleving dat je alles dat voor je en in je verschijnt als eenheid in jezelf ervaart. Je bent dan samengevallen met wat zich voordoet zonder dat je eraan hecht, het probeert te continueren of manipuleert. Je bent de pure waarnemer geworden. Je functioneert vanuit een innerlijke stilte. Je rust in het zijn. Je bent.

Voor ons leven met onze geliefde en in ruime zin voor ons leven met ‘de ander’ is het natuurlijk nogal essentieel hoe transcendent we het bestaan ervaren. Als je vanuit de eenheid leeft dan is de ander niet een ander, maar dan ben jij dat. Als je de ander of je geliefde pijn doet dan doe je dat ook jezelf aan. Niet velen zullen dat concreet zo ervaren, maar wel aanvoelen of mentaal begrijpen dat het waar is.

Voor mensen die leven vanuit het transcendente perspectief zal de liefdesrelatie er anders uit zien dan voor degenen die zichzelf er weinig vragen over stellen. Deze laatsten zullen houvast vinden in ‘de harde realiteit’, in kennis en wetenschap en veel minder in het ongerijmde, de muziek, mystiek, het bezielde, het gerafelde en niet-benoembare. Ziekte zullen ze gewoon weg willen hebben en niet zichzelf bevragen wat er mogelijk ‘gezegd’ wil worden. Bezit, populariteit en status zullen ze waarschijnlijk hoger achten dan levenswijsheid, intensiteit van leven en innerlijk welzijn. En de dood zullen ze als een einde zien en niet als een transitie.

In het geval dat we onze geliefde niet als een ‘object’ buiten ons zien, is er een verbinding op een heel ander niveau. Je eigen persoonlijkheid is opgelost of aan het oplossen. Je hoeft de ander niet meer aan jou te binden, niet meer te pleasen en waarom zou je nog jaloers zijn? Je bent niet meer defensief ingesteld, want er valt niks meer te verdedigen. Je kent jezelf, maar ook de ander niet meer allerlei eigenschappen toe. Je verblijft volledig in het hier en nu, waardoor wat zich afspeelt de natuurlijke reactie voortbrengt die ‘aan de orde’ is. Je wordt letterlijk vanzelf-sprekend, spontaan, natuurlijk en authentiek.

Onze liefdesrelatie is het meest directe en intensieve speelveld dat reflecteert waar we zijn in onze ontwikkeling en waar we de ‘oplossing van ons ik’ kunnen beoefenen. Als we voortdurend aan de ander trekken om hem of haar een andere en betere versie van zichzelf te laten zijn of als we willen dat de ander de gaten in onszelf vult dan leven we nog in het ‘straks’, het ‘hier en daar’ en het ‘ik versus jij’. Wat we vanuit die onrust de ander toevoegen is dan doortrild met iets waartegen de ander instinctief in verzet komt. ‘Het is hoog tijd dat jij eens wat aan jezelf gaat werken, ik zelf ben daar al heel lang mee bezig!’, is bijvoorbeeld niet bepaald een uitnodiging naar de ander en zo speelt er zich tussen geliefden veel af waarmee eigenlijk alleen verzet en afstand wordt uitgenodigd.

Als we onze geliefde vanuit de eenheid tegemoet treden dan wordt de onderlaag voelbaar dat we er samen voor staan, we zitten in hetzelfde schuitje – een leven dat ten volle geleefd en ervaren wil worden. Er ligt een open veld tussen ons en we zijn er beiden verantwoordelijk voor hoe we met dat open speelveld omgaan. Dan is de uitwisseling (ook de stevige) er een van wederkerigheid en er is geen enkele controle of machtsuitoefening.

tekening Albert Hennipman

tekening Albert Hennipman

De collectiviteit van de mensheid lijkt deze bewustzijnsontwikkeling ook door te maken in het besef dat we echt een samen-leving zijn. Dat we gelijkwaardig zijn en als we ons niet laten leiden door verschillen in kleur, ras, spirituele oriëntatie en niveau van bewustzijn, er een natuurlijke harmonie zal ontstaan. Dat natuurlijk-zijn kunnen we allemaal in onze relatie in het hier en nu realiseren. We krijgen dan een ware relatie in en met liefde…..een liefdesrelatie.

Het lichaam dat je kunt zien en aanraken is enkel een dunne illusoire sluier.

Onder dat ligt een onzichtbaar innerlijk lichaam, de poort naar ZIJN, naar ongemanifesteerd leven.

Via het innerlijk lichaam ben je altijd EEN met God.

Eckhart Tolle

Vorige
Vorige

Weer tot elkaar komen….

Volgende
Volgende

Schuld naar het leven