Gehechtheid en liefde

Ik open met een citaat van de soefi-mysticus Hazrat Inayat Khan. Het fragment is een eeuw oud, maar verliest niets van zijn waarde:

Gehechtheid en liefde lijken op elkaar omdat ze ons beide naar de ander trekken. Maar in feite zijn deze twee emoties heel verschillend. Als we gehecht zijn, voelen we ons tot iemand aangetrokken omdat hij of zij aan onze behoeften voldoet. Bovendien zijn er meestal veel voorwaarden verbonden aan onze genegenheid waarvan we ons al dan niet bewust zijn. Zoals: Ik hou van je omdat je me een goed gevoel geeft. Ik hou van je zolang je dingen doet die ik fijn vind. Ik hou van je omdat je van mij bent. Met gehechtheid gaan we op en neer als een jojo, afhankelijk van hoe de ander ons behandelt. Onze focus is gericht op: Wat vinden ze van mij? Houden ze wel van me? Heb ik ze beledigd? Hoe kan ik worden wat ze willen dat ik ben, zodat ze nog meer van me houden? Dit is niet erg rustgevend, toch? Het levert zo veel gedoe in ons hoofd op.

Aan de andere kant is de liefde die we op het Dharma-pad (de hoogste orde van samenhang der dingen, FE) genereren onvoorwaardelijk. We willen gewoon dat anderen geluk kunnen ervaren zonder enige verplichtingen, zonder enige verwachting van wat deze mensen voor ons doen of hoe goed ze ons laten voelen.

Vaak realiseren mensen zich pas hoeveel ze van een ander houden als ze het gevoel hebben dat ze hun partner zullen verliezen. De reactie daarop kan zijn dat ze de ander nog steviger aan zich willen binden. Maar hoe meer ze grijpen, hoe meer de ander eraan wil ontsnappen en hoe kwetsbaarder de relatie wordt.

We willen zo vaak geluk, maar de manier waarop we ernaar streven is zo onhandig dat het alleen maar meer verdriet met zich meebrengt. Meestal gaan we ervan uit dat we het moeten vasthouden om ons van geluk te kunnen verzekeren. We vragen ons af: ‘Hoe kunnen we van iets genieten als we het niet kunnen bezitten?’ Zo vaak wordt gehechtheid aangezien voor liefde!

Zelfs als een relatie goed is dan kan die nog onder druk komen te staan door het voortdurend vasthouden aan onzekerheid, bezitsdrang, jaloezie en trots. En als de liefde is vervlogen dan houd je alleen de ‘souvenirs’ van de liefde over, de littekens van je neiging tot vastklampen.

Inayat Khan waarschuwt dat we allemaal geluk nastreven, maar dat het grijpen naar geluk en ons geluk willen ‘verzekeren’ een neiging is die geluk juist in de weg staat. Geluk kunnen we niet bezitten, liefde kunnen we niet vast houden en een levensgezel, geliefde of vriend is niet van ons.

Een liefdesrelatie is ‘een systeem’. Een fenomeen dat veel verder gaat dan ons beperkte begrip ervan. Waarom trekken we nu juist die ene persoon aan? Dat is heel vaak iemand die totaal anders is dan we hem of haar hadden voorgesteld in onze wensdromen. Er is in de liefde iets werkzaam dat buiten ons zicht en begrip ligt. Mogelijk is liefde een vorm van resonantie. We raken in trilling met een ander vanuit ons hart of onze ziel. Net zoals we in trilling kunnen komen van mooie muziek of iets anders dat ons raakt. Als we de ziel voorstellen als een essentie van onszelf in verbinding met het Onbenoembare en waarin van alles is opgeslagen van mogelijk meerdere verledens, dan is het ook niet moeilijk te bedenken dat die ziel ook een ‘trillingsgetal’ heeft. En dat er een bepaald magnetisme werkzaam is naar ‘ervaring’ van/met eenzelfde of aanvullend trillingsgetal. Dat het werkt weten we, maar waarom en hoe weten we niet. Dit hele spel van aantrekking ligt dus ook voor een groot deel buiten onze vrije wil. Was het jouw vrije wil dat je viel op je geliefde?

tekening Albert Hennipman

tekening Albert Hennipman

Als je zo naar liefdesrelaties kijkt dan heeft je geliefde dus ten diepste ook echt met jou te maken. Wat iets anders is dan dat je tot die ander veroordeeld bent. Dat ‘met jou te maken hebben’ is dus op een veel dieper niveau dan je beseft. Onze geliefde kan ons raken waar we heel gevoelig zijn en liefst niet geraakt willen worden. We worden uitgedaagd en de maat genomen daar waar we er helemaal niet om gevraagd hebben. Als reactie kunnen we ons verongelijkt voelen en terugtrekken, maar na enige tijd ontdekken we dat deze teruggetrokken staat geen vreugde geeft en dat we ons alleen en stom voelen. We willen ons tot de ander verhouden en dus ook tot dat wat de ander ons te zeggen heeft - in de ruimste zijn van betekenis.

Hoe meer we los komen van de liefde als een gehechtheid, hoe meer ons zuivere gevoel van liefde dat los staat van de ander, maar puur vanuit ons eigen hart stroomt, kan toenemen. Het wonderlijke is dat het dan ook een meer onpersoonlijke liefde wordt. Wij zijn de bron van een rijk uitstromend hart - naar alles en iedereen.

Onze levensweg is er een van toegroeien van afgescheidenheid naar eenheid. Onze seksualiteit is een van de oefengebieden daartoe. Overgave aan het leven hoe het zich ontvouwt is een andere. Het vrij opnemen van de onvermijdelijke pijn die dit aardse leven met zich mee brengt is er ook een die onze hartskwaliteit vergroot en verrijkt. Een liefdevoller mens worden is voor ons allemaal weggelegd.

Vorige
Vorige

Overgave

Volgende
Volgende

Bruce en zijn chicks